Laat de moestuinen bloeien! Onderzoek naar bestemming historische moestuinen
4 december 2024Kunnen historische moestuinen op buitenplaatsen in Zuid-Holland weer een functie krijgen? Kunnen we daarbij leren van het eeuwenoude concept van de commons? In opdracht van Erfgoedhuis Zuid-Holland gingen drie studenten van de HAS green academy op onderzoek uit. Docent-onderzoeker Bram van Helvoirt begeleidde hen en legt uit hoe de commons kunnen helpen om deze tuinen een duurzaam en sociaal nieuw leven in te blazen.
‘Een commons is een hulpbron die wordt beheerd door een gemeenschap, in plaats van door een eigenaar of door de staat. Het gaat bijvoorbeeld om land, water of bossen,’ vertelt Bram van Helvoirt. ‘Een groep mensen maakt gezamenlijk afspraken over de toegang, het gebruik en het onderhoud, met als doel de bronnen op een duurzame manier te beheren.’
Vroeger kwamen commons veel voor. In de Middeleeuwen bijvoorbeeld werden commons – ook wel meenten of marken genoemd - door lokale gemeenschappen gezamenlijk gebruikt voor het verbouwen van voedsel, houtkap of visserij. ‘Tegenwoordig zie je weer nieuwe vormen van collectieve actie. Burgerinitiatieven op het gebied van bijvoorbeeld wonen, zorg of voedsel. Gemeenschappelijke tuinen en voedselcollectieven waarbij mensen samenwerken aan een duurzame en lokale voedselvoorziening worden steeds populairder.’
Bram van Helvoirt is werkzaam als docent-onderzoeker bij HAS green academy in Den Bosch, bij de opleiding International Food & Agribusiness (IFA) en het lectoraat Future Food Systems. Ook is hij betrokken bij voedselnetwerken zoals 013Food en Voedsel Anders. Van Helvoirt was een van de keynotesprekers tijdens de Erfgoeddag 2024. Bekijk zijn speech terug op onze website.
Kan het concept van de commons ook worden toegepast op de historische moestuinen van Zuid-Holland? In de Landgoederenzone van Zuid-Holland zijn immers zo’n honderd kastelen, landgoederen en buitenplaatsen. Van oudsher hoort hierbij een moestuin. Veel zijn niet meer in gebruik, of zelfs helemaal verdwenen. Op deze buitenplaatsen zijn bij een eerdere inventarisatie ruim tachtig van deze plekken in kaart gebracht. Kunnen deze moestuinen weer een hedendaagse functie krijgen? En wat betekent dat dan voor de kwaliteit van de buitenplaatsen, voor de beleving, voor de lokale voedselproductie, biodiversiteit, de sociale cohesie en de erfgoedwaarden?
Over de Werkgroep Moestuinen Zuid Holland
De Werkgroep Moestuinen is opgericht in 2022 om aandacht te vragen voor de historische moestuinen binnen de Landgoederenzone van Zuid-Holland. Met subsidie vanuit de Erfgoedlijn Landgoederenzone van de provincie Zuid-Holland en met ondersteuning van Erfgoedhuis voert de werkgroep verschillende projecten uit.
De ambitie is om moestuinen weer een vitaal onderdeel te laten uitmaken van de buitenplaatsen, waardoor deze historische plekken weer een functie krijgen, ten volle kunnen worden benut en beleefd en een plek krijgen in de hoofden en harten van omwonenden en bezoekers. Drie speerpunten komen daarbij samen: herstel van het historisch ensemble, het verbinden van mensen en het produceren van lokaal voedsel.
Samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid
Om dat te onderzoeken, plaatste Erfgoedhuis Zuid Holland in december 2023 een oproep op het Kennisplatform Collectieve Kracht, een platform voor burgerinitiatieven op gebied van energie, wonen, zorg en voedsel. De HAS green academy reageerde op deze oproep, waarna de studenten Jennifer Anderson, Quinty Kocken en Tana Rusanov een onderzoek startten. Bram begeleidde de studenten samen met Milouska Lensing-Molenaars.
‘In ons onderzoek zijn we uitgegaan van commoning, oftewel de gemeenschappelijke zelforganisatie die nodig is om een commons tot stand te laten komen. Het zit ‘m dus echt in de praktijk van collectieve actie, vandaar het werkwoord. Bij commoning van moestuinen zijn drie bouwstenen belangrijk; de plaats, de mensen en de vorm van collectief zelfbestuur, ook wel governance genoemd. In een common ben je niet alleen individueel verantwoordelijk; het draait om gedeelde verantwoordelijkheid en samenwerking binnen de gemeenschap.
De studenten hebben deze bouwstenen centraal gezet in hun onderzoek. ‘Met daarbij de kanttekening dat het startpunt hier anders is dan bij veel andere moderne commons. Een voedselgemeenschap ontstaat vanuit de wens van burgers om samen voedsel te verbouwen, waarna ze op zoek moeten naar een locatie. Hier is de plek er al. Net als een particuliere eigenaar of een stichting die het beheert. De uitdaging zit dan vooral in de governance: hoe krijg je partijen mee om het terrein open te stellen en hoe betrek je een groep mensen bij het beheer van de tuin.’
De studenten verdiepten zich daarom in drie verschillende tuinen, waar vrijwilligers al nauw betrokken zijn bij het onderhouden van de moestuin op de buitenplaatsen: Berbice in Voorschoten, het Haagse Oostduin en Haanwijk in Sint-Michielsgestel. Tegelijkertijd verschillen deze tuinen qua bestuur en qua functies. Op Berbice draait het vooral om het behoud van het erfgoed door de tuin historisch te herstellen. Oostduin en Haanwijk leggen meer nadruk op sociale interactie en educatie. De studenten deden veldonderzoek naar deze verschillende waardeoriëntaties en organisatievormen. Ze spraken met vrijwilligers over wat zij waarderen aan de plek en hoe zij de taken organiseren.
Het betrekken van lokale gemeenschappen biedt kansen voor historische moestuinen, concluderen de studenten. Voor eigenaren van landgoederen kan een commons voordelen bieden: een betrokken netwerk kan lokaal voedsel voor de omgeving produceren en veel hulp bieden bij het onderhoud. Anderzijds kan het ook een plek zijn om zorg of een sociaal netwerk te bieden aan mensen die extra hulp of ondersteuning nodig hebben. Bram van Helvoirt: ‘Dit soort multifunctionele groene knooppunten zie je steeds meer ontstaan. Het is een laagdrempelige manier om mensen een bepaalde routine te geven, in contact te brengen met anderen en een gevoel te geven dat ze een waardevolle bijdrage leveren.’
Geen standaardoplossing
Een belangrijke conclusie uit het rapport van de drie studenten is dat er geen standaardoplossing is om van een historische moestuin een commons te maken. ‘Iedere locatie vraagt om een andere aanpak.’ legt Bram van Helvoirt uit. ‘Wel zijn er bepaalde elementen in de governance die we op elke locatie terugzagen en als belangrijk hebben geïdentificeerd; een tuinleider met expertise, een heldere toekomstvisie, een open en toegankelijke opzet en sterke betrokkenheid en zeggenschap van de gemeenschap.’
Wat kan de Werkgroep Moestuinen en het Erfgoedhuis nu doen met dit advies? ‘Om dit groene erfgoed weer een hedendaagse functie te geven is het belangrijk om actief op zoek te gaan naar partners. Het Erfgoedhuis Zuid-Holland kan bijvoorbeeld fungeren als brug tussen de wereld van het erfgoed en de voedselbewegingen in de provincie. Zowel erfgoedinstellingen als voedselnetwerken streven immers naar hetzelfde: zichtbaarheid van betekenisvolle groene plekken, betrokkenheid van de lokale bevolking en het bevorderen van sociale cohesie.’
Bram ziet volop kansen voor commoning op historische buitenplaatsen: ‘Persoonlijk geloof ik dat commoning een belangrijke rol kan spelen in het bereiken van een duurzame toekomst. We hebben ook lokale oplossingen nodig die niet voortkomen uit een top-downmodel, of een one size fits all-aanpak. We moeten meer ruimte geven aan sociale innovatie en de kracht van burgers. Dit vergt erkenning en steun vanuit instanties, want commoning betekent niet dat ‘burgers het zelf maar moeten regelen’.’
Foto's: Floris Scheplitz / Erfgoedhuis Zuid-Holland
Met dank aan
Het project Historische moestuinen in de Landgoederenzone Zuid-Holland wordt mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de provincie Zuid-Holland, het Cultuurfonds en het Dinamo Fonds.
Meer informatie of contact met Erfgoedhuis Zuid-Holland?
Onno Helleman
Coördinator kennis, senior adviseur erfgoed en ruimte
Ontvang erfgoednieuws in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van wat er speelt in het Zuid-Hollandse erfgoed? Abonneer je dan op een van onze nieuwsbrieven!