"Slavernijverleden is van ons allemaal": terugblik studiemiddag koloniaal erfgoed
29 mei 2024Op 23 mei 2024 kwamen ambtenaren en erfgoedbetrokkenen samen in het provinciehuis voor een studiemiddag over koloniaal erfgoed, onder moderatie van Lara Nuberg. De bijeenkomst was de eerste in een reeks over dit thema in het kader van het landelijk herdenkingsjaar slavernijverleden. De tweede is op 24 juni en gaat in op archiefonderzoek.
De middag startte met de opening van de tentoonstelling Slavernij. Stemmen uit het verleden door gedeputeerde Frederik Zevenbergen. Tentoonstellingsmaker Winston Brandon vertelde over de achtergrond van de expositie, waarin vier kunstenaars (Larissa Neslo, Elvis Chen, Quentley Barbara en Laurence Focke) met eigentijds werk reflecteren op de trans-Atlantische slavenhandel.
Brandons eigen familiegeschiedenis en -erfgoed spelen ook een belangrijke rol; zo zijn de brieven van manumissie (vrijheidspapieren) van zijn voorouders uit 1855 te zien. De tentoonstelling is nog tot en met 9 augustus 2024 vrij te bezoeken is in het provinciehuis. Op 1 juli geeft Winston Brandon rondleidingen ter gelegenheid van Keti Koti.
Verder lezen
Raciale ideologie
Dr. Karwan Fatah-Black (Universiteit Leiden) nam het publiek mee in het onderzoek naar het Zuid-Hollandse slavernijverleden en de relatie met erfgoed. In het verleden werd vanuit Holland grote druk uitgevoerd om een koloniaal rijk te bouwen. Dit kon niet zonder het ontwikkelen van een raciale ideologie om slavernij te legitimeren. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in hoe rijke families zich in schilderijen lieten afbeelden met hun bedienden.
Dit geeft gelijk een lastige kwestie, omdat je met het tonen hiervan het systeem blijft reproduceren. Ook veel collecties zelf zijn - nog los van roofkunst - met koloniaal geld aangelegd. Daarnaast zijn er de herenhuizen en buitenplaatsen die als statussymbool betaald zijn uit koloniale winst. Soms is de link zichtbaar, zoals bij de naam van buitenplaats Berbice in Voorschoten, maar vaak niet.
Dat er nu onderzoeken en monumenten zijn, is te danken aan activisten en grassroots-organisaties die al decennia aandacht vragen voor het koloniaal en slavernijverleden.
Het is belangrijk om naast onderbelichte perspectieven op erfgoed uit de 17e-19e eeuw, aandacht te geven aan de recentere geschiedenis van postkoloniale migratie en activisme. Zo was in Leiden vanaf de jaren ’60 de Surinaamse Studenten Unie actief; die het boek Wij slaven van Suriname van Anton de Kom uit de vergetelheid haalde. Door het vertellen van nieuwe verhalen en het produceren van nieuwe beelden, kunnen we erfgoed maken dat beter recht doet aan ons verleden en de huidige samenleving.
Verder lezen
De gemeentelijke praktijk
Lara Nuberg ging in gesprek met Yanice Slagveer (Gemeente Gouda) en Levi Ommen (Gemeente Den Haag) over hoe zij in de praktijk omgaan met het koloniaal en slavernijverleden.
In Gouda werd drie jaar geleden voor het eerst Keti Koti georganiseerd. Sindsdien is de aandacht voor dit verleden gegroeid. Na raadsvragen is begonnen met een verkenning, en zijn vervolgens stadsgesprekken gevoerd. De marketing van de stadsgesprekken moest zorgvuldig worden gekozen om een brede groep inwoners te bereiken. Het was daarom ook belangrijk een goede moderator te kiezen, die de gevoeligheden snapt. Ook binnen de gemeentelijke organisatie is een dialoog gevoerd. Op basis van dit proces zijn adviezen opgesteld over het vervolg.
In Den Haag deden partijen in de gemeenteraad in 2020 een voorstel, dat resulteerde in vier pijlers: beleid en educatie, oprichting van een monument, onderzoek en een subsidieregeling. De relatie met erfgoed wordt veel gelegd, omdat die het verleden tastbaar maakt. Dit kan door herdenkingen, aandacht voor immaterieel erfgoed, kunst, maar ook tentoonstellingen en stadswandelingen.
Er is een permanente commissie aangesteld die adviseert over onder meer erfgoed. De subsidieregeling steunt projecten van initiatiefnemers uit de stad, die tot stand moeten komen door of met nazaten van slachtoffers van het koloniaal en slavernijverleden. Hiermee wordt gewerkt aan nieuw erfgoed. Ook wordt gekeken naar het in kaart brengen van bestaande monumenten die een link hebben met het koloniale en slavernijverleden.
In dit herdenkingsjaar is in beide gemeenten een basis gelegd, maar het blijft belangrijk om de aandacht vast te houden. Het bouwen van een netwerk en samenwerking met erfgoedinstellingen zijn belangrijk om te zorgen voor continuïteit, zodat het niet alleen afhankelijk is van de politieke wind die waait.
Verder lezen
In een korte periode wisselden we van gedachten over onze emoties, zonder dat ze de overhand kregen. Dit geeft toch een andere kennisuitwisseling.
Emoties
Hoe voer je een gesprek over beladen erfgoed, zonder verder te polariseren maar juist te komen tot begrip? Vanuit deze vraag is de methode Emotienetwerken ontwikkeld. Onder begeleiding van Liane van der Linden en Romée Mulder (Heritage Lab, Reinwardt Academie) gingen deelnemers in gesprek over Goudse kaas.
Gaandeweg kregen zij nieuwe informatie over de relatie tussen de kaas en het koloniale en slavernijverleden, zoals over de kleurstof anatto en het gerecht keshi yena uit Curaçao en Aruba. Het gesprek hierover leidde tot uiteenlopende emoties.
Het maakte zichtbaar hoe belangrijk de kennis - of gebrek daaraan - is voor je gevoelens bij erfgoed. Ook werd duidelijk dat koloniaal erfgoed door velen wordt meegedragen en gevoeld. Voor mensen die in hun werk te maken hebben met erfgoed, is het dus belangrijk om aandacht te hebben voor beide aspecten.
Verder lezen
Sporen in de stad
Onder leiding van een gids van het Haags Historisch Museum, wandelde een groep langs de sporen van het slavernijverleden in Den Haag. Wat bleek: in een relatief klein stukje stad gaan veel relaties met het koloniale en slavernijverleden schuil. Omdat veel niet zichtbaar is, is het van belang om die kennis actief te delen. Dit kan naast wandelingen ook door het aanbrengen van alternatieve informatie op/bij de plekken zelf.
Verder lezen
Conclusies en vervolg
Voor meer begrip over koloniaal erfgoed is het belangrijk dat de kennis hierover vergroot en gedeeld moet worden. Erfgoedinstellingen en gemeenten kunnen hier een belangrijke rol spelen, onder andere door het samenwerken met nieuwe partners.
Zo is er nog steeds sprake van ongelijkheid in de kennisproductie. Hoewel diasporagemeenschappen al decennia aandacht vragen voor het koloniaal verleden, wordt het vaak pas serieus genomen als (witte) instituten zich ermee bezighouden.
Door gebrek aan representatie missen zij echter perspectieven. Het op waarde schatten van kennis, ervaringen en bijvoorbeeld oral histories van gemeenschappen, is hierin belangrijk, maar ook het letterlijk ruimte maken voor onderzoekers en makers van kleur in opdrachten en aanstellingen.
Het slavernijverleden is niet alleen van mij als Surinamer, het is van ons allemaal in dit land. Hoe pijnlijk het ook is, het is ons verhaal.
Vanuit de deelnemers wordt daarnaast benadrukt dat het belangrijk is dat het een ‘wij’-verhaal wordt. Hier ligt voor het erfgoedveld een concrete taak om te zorgen dat dit onderdeel van het Zuid-Hollandse verhaal, ook na het herdenkingsjaar, aandacht blijft krijgen.
Marielle Hendriks, directeur-bestuurder van het Erfgoedhuis Zuid-Holland, roept op om hierbij zeker gebruik te maken van Erfgoedhuis Zuid-Holland als partner of plek van samenkomst.
Verantwoording
De bijeenkomst kwam tot stand in samenwerking met provincie Zuid-Holland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Foto's zijn gemaakt door Floris Scheplitz.
Meer informatie of contact met Erfgoedhuis Zuid-Holland?
Ontvang erfgoednieuws in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van wat er speelt in het Zuid-Hollandse erfgoed? Abonneer je dan op een van onze nieuwsbrieven!