Vier tips om een monumentale woning comfortabeler te maken

Tip 1: Beperk warmteverlies met slimme afscheidingen

Oudere woningen hadden vaak maar twee verwarmde ruimtes: een kleine kookruimte en een woonkamer, waar vaak ook de bedstedes waren. In sommige gevallen vormden de keuken en woonkamer één ruimte. De rest van het huis werd nauwelijks verwarmd, wat brandstof bespaarde. Tegenwoordig is het gebruikelijk om ruimtes samen te voegen voor een ‘ruimtelijker’ effect. Dit vereist echter meer warmte. Een goede oplossing is om bijvoorbeeld een glazen afscheiding te plaatsen: dit behoudt het ruimtelijke gevoel, maar beperkt het warmteverlies tussen de ruimtes.

Tip 2: Gebruik traditionele isolatiemethoden

Wanneer woningen beter geïsoleerd worden, blijft de binnenkomende warmte langer hangen, maar is ventilatie vaak lastiger. Vaak wordt hiervoor mechanische koeling, zoals airconditioning, ingezet. Als een woning vroeger was uitgerust met luiken of persiennes, kunnen deze eenvoudig worden hersteld. Door de luiken overdag deels dicht te houden, wordt de zon en daarmee de warmte effectief buiten gehouden, zodat mechanisch koelen niet nodig is. Dit geldt ook voor kou: dikke gordijnen voorkomen tocht en koudeval bij ramen en deuren. Vroeger werden gordijnen ook als koudewering aan wanden gebruikt, vergelijkbaar met de geïsoleerde voorzetwanden die tegenwoordig geplaatst worden. Wollen kleden op houten of stenen vloeren houden de kou op dezelfde manier buiten.

Tip 3: Maak gebruik van persoonsverwarming

In ruimtes die moeilijk te verwarmen zijn, kan persoonsverwarming een uitkomst bieden. Dit kan in de vorm van sloffen, een deken of een warm vest. Vroeger werden er vaak stoven gebruikt, zoals een voetenstoof of een beddenpan, waarmee het bed met kolen werd voorverwarmd. Een modern alternatief is bijvoorbeeld een warme kruik.

Tip 4: Laat het lichaam wennen aan temperatuurwisselingen

Vroeger waren mensen het hele jaar door actief, vaak buiten, en waren daardoor gewend om zichzelf warm of koel te houden. Tegenwoordig zijn de meeste mensen gewend aan een perfect binnenklimaat, waardoor het lichaam niet meer zelf hoeft te regelen. Een goede tip is om de verwarming wat lager te zetten of de thermostaat op vorststand te plaatsen in sommige ruimtes. Ook door een klein beetje ventilatie te openen, komt frisse lucht binnen en wordt het lichaam gestimuleerd om zichzelf op temperatuur te houden. Buitensporten of wandelingen bevorderen dit proces ook. Bovendien zal men zich in huis sneller comfortabeler voelen, waardoor er minder behoefte is aan grote klimatologische aanpassingen.

Neem de tijd voor grote veranderingen 

Veel van deze tips vragen om een kleine aanpassing in de leefstijl, maar zijn eenvoudig en betaalbaar uit te voeren. Bij het wonen in een monumentaal pand is het verstandig om een jaar te wachten met grote ingrepen. Zo wordt duidelijk welke ongemakken echt storend zijn en waar isolatie of tochtwering nodig is.

Een duurzame woning is vaak ook een comfortabele woning. Als de leefomgeving prettig aanvoelt, hoeft de verwarming niet per se hoger.