Op 8 november organiseerde het Erfgoedhuis samen met de provincie Zuid-Holland de bijeenkomst Boerenbont. Een terugblik.
De 'oerderij'
Na een introductie door dagvoorzitter Kay Kok van Erfgoedhuis Zuid-Holland leidde Frits van Oostroom de aanwezigen als eerste spreker langs verschillende boerderijtypen in Zuid-Holland. Moderne boerderijen worden gekenmerkt door een modern woonhuis en losstaande schuur of stal. En waar akkerbouw- en veeteeltbedrijven er tegenwoordig vrijwel hetzelfde uitzien, was vroeger het streekeigen karakter duidelijk zichtbaar.
Van Ooststroom illustreerde dit met prenten van Jan Verheul, die in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw verschillende typen boerderijen in Zuid-Holland en hun kenmerken schilderde.
In Zuid-Holland zijn boerderijen voortgekomen uit de Hallenhuisboerderij, een langwerpig boerderijtype waarbij woonhuis en stal zich onder één dak bevinden. Er zijn in de provincie grofweg vier streken te onderscheiden waarin boerderijen duidelijk kenmerkende eigenschappen hebben: Delfland, Schieland, de Waarden en de Eilanden. Zo werd er in Delfland traditioneel met geelkleurige IJsselsteentjes gebouwd, terwijl men in het Rijnland met roodkleurige Leidse steen bouwde.
In de overstromingsgevoelige Waarden werden boerderijen gebouwd met waterzolders en kamelendaken. Dit gaf de mogelijkheid boven te wonen en vee te stallen in geval van wateroverlast. Op de Eilanden ontwikkelde men een voorkeur voor symmetrische voorgevels.
Daarnaast zijn de enorme schuren die op de Eilanden voorkomen een gevolg van de toegenomen graanopbrengsten in de 17e eeuw. Van Ooststroom behandelde ook de verschillende bijgebouwen die te vinden zijn op het boerenerf: melkhuisjes, hooibergen, karnmolens, wagenschuren, boenhokken, zomerhuizen en bakhuisjes.
Boerderijlinten
Maike Warmerdam, werkzaam bij BoschSlabbers landschapsarchitecten, vertelde vervolgens over het onderzoek naar boerderijlinten in Zuid-Holland. De aanleiding van dit onderzoek was de aanpassing van het provinciaal beleid ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit; er was behoefte het aantal linttypen aanzienlijk terug te brengen, en de definiëring ervan te vereenvoudigen. Ook wilde men de bijbehorende richtpunten verduidelijken. Bepalend voor het definiëren van de linttypen: de bodem, de maat en de schaal van het lint.
Uiteindelijk zijn de 35 linttypen uit de provinciale gebiedsprofielen geclusterd en teruggebracht tot 5 linttypen. Per lint zijn kenmerken en kernwaarden benoemd, die zijn vertaald in richtpunten hoe met deze linten om te gaan.
Warmerdam benadrukte in dit verband het belang van de continuïteit binnen de structuur van het linttype. Hieronder vallen: de ligging ten aanzien van de structuurdrager (weg, dijk of vaart), de doorzichten naar het achterland, en het soort beplanting. Sommige linttypen zijn beschermd, bijvoorbeeld die voorkomen in de provinciale kroonjuwelen.
Het onderzoek van BoschSlabbers is echter slechts ten dele uitgevoerd en de opgestelde vijf linttypen zijn niet geborgd in beleid. Wél vermeldt het Erfgoedhuis deze in de handreiking over boerderijlinten in Zuid-Holland die verschijnt in 2025. Houd deze website daarom in de gaten voor het nieuws over die publicatie!
De waarde van het boerenerf
Michael Moerman van Zuid-Hollands Landschap gaf een presentatie over Boerenerven in de provincie. Zuid-Hollands Landschap wil zich in de komende tijd meer gaan inzetten voor de cultuurhistorische waarden van boerenerven, en in het bijzonder in relatie met de biodiversiteit.
De Groene Motor, een afdeling binnen het Zuid-Hollands Landschap die groenvrijwilligers faciliteert, gaat hier een belangrijke rol in spelen; door bijvoorbeeld advies te geven over inrichting, beplanting en biodiversiteit, maar ook het geven van cursussen en actieve ondersteuning bij groenonderhoud. Het boerenerf kun je verdelen in een voor- en achterkant, zo stelt Moerman; het voorerf had een sierfunctie, met een sier- of bloementuin, en ook de moestuin bevond zich op het voorste deel van het erf. Het voorerf was traditioneel het domein van de boerin. Het achtererf en de daarop gelegen bijgebouwen daarentegen, was het domein van de boer en onderdeel van het boerenbedrijf. Het was functioneel en rommeliger. Ook speelde de functie van het bedrijf (vee of akkerbouw) mee bij hoe het achtererf was ingericht.
Bij de advisering zal Zuid-Hollands Landschap het belang van oude structuren en cultuurhistorische elementen benadrukken, maar wel met ruimte voor een hedendaagse invulling, zoals een voedseltuin of een plukbos. Streekeigen beplanting en biodiversiteit worden hierbij gestimuleerd.
Na de pauze gingen aanwezigen aan de slag met een werkvorm. Aan de hand van een fictieve casus analyseerde men cultuurhistorische kenmerken en stelde men een plan voor herbestemming op. De kernwaarden van boerderij, erf en lint moesten in de herontwikkeling meegenomen worden. Ook kregen deelnemers een rondleiding over het terrein van de rijksmonumentale boerderij de Steinsetuin.
Subsidiemogelijkheden
Als laatste spreker trad Haedewych van Kampen van het Boerderijenfonds aan. Het fonds is in 2020 opgericht op initiatief van Agrarisch Erfgoed Nederland. Doelstelling is de leefbaarheid van het platteland stimuleren door herbestemming. Het fonds doet dit door subsidies en kennisdeling. Zowel rijks-, provinciale als gemeentelijke monumenten komen in aanmerking voor subsidie. Niet subsidiabel is het aanbrengen van verbeteringen aan de eigen woning of dienstwoning.
Voorbeelden van herbestemmingen die voor subsidie in aanmerking komen: bezoekboerderij, erfgoedlogies, hospice, klooster nieuwe stijl, museum. Bij een aanvraag dient altijd een dekkingsplan te worden gevoegd. Plankosten kunnen in de aanvraag meegenomen worden. Aanvragers krijgen in tranches het toegekende subsidiebedrag uitbetaald en dienen middels foto’s het voortgangsproces te laten zien. Er is geen verplichte controle van de werkzaamheden, maar het Boerderijenfonds waardeert het wel enorm als ze mogen komen kijken.
Dagvoorzitter Kay Kok besloot de bijeenkomst met een laatste vraag: wat nemen de deelnemers mee naar huis na deze bijeenkomst? Reacties uit de zaal waren gericht op het belang van het grotere geheel; de bredere context van een boerderij en omgeving, het ensemble met erf en de relatie met het landschap, daar gaat het om. Wensen voor volgend jaar? Enkele deelnemers gaven als suggesties mee: een volgende keer een langere excursie, concrete voorbeelden van herbestemmingen en tips en tricks rond boerenerven.
Tijdens de afsluitende borrel werd er volop nagepraat en bleek maar weer: elkaar gewoon even zien, het netwerk onderhouden, is net zo belangrijk als kennis opdoen!
Download presentaties
Een aantal van de sprekers is bereid gevonden de presentatie te delen. Download deze hieronder, als PDF-bestand:
Meer weten?
- Zelf doen (erfinrichting)
- Boomkiezer
- Boerderij en Erf
- Boerderijenfonds
Meer informatie of contact met Erfgoedhuis Zuid-Holland?
Ontvang erfgoednieuws in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van wat er speelt in het Zuid-Hollandse erfgoed? Abonneer je dan op een van onze nieuwsbrieven!